PERSBERICHT / De Belgische Corporate Governance Code 2009 als baken voor goed bestuur
Goed bestuur anno 2015 staat nog steeds hoog op de agenda, zowel in België als in Europa. In België vormt de Belgische Corporate Governance Code 2009 (‘Code 2009’) daarbij het ‘wettelijk verankerd’ referentiekader voor beursgenoteerde ondernemingen. Uiteraard zijn beursgenoteerde ondernemingen daarnaast ook onderworpen aan een hele reeks specifieke wetsbepalingen. Toch behoudt de Code 2009 zijn meerwaarde voor het bevorderen van goed bestuur omdat zij uitgaat van een holistische, totale visie op corporate governance, daar waar de wetgever specifieke deelaspecten aanpakt (zoals remuneratie, genderbeleid enz.). Daarnaast biedt de Code 2009 de nodige flexibiliteit waardoor ondernemingen de aanbevelingen kunnen toepassen in functie van hun eigen specifieke realiteit.
Om de effectieve toepassing te bevorderen en om de geloofwaardigheid van de Code 2009 te bevestigen is een efficiënte monitoring van de naleving ervan noodzakelijk. Dit wordt ook onderlijnd door de Europese Commissie in haar aanbeveling van 9 april 20141. In deze aanbeveling wordt ook het belang van het pas toe of leg uit principe benadrukt. Het is essentieel dat een onderneming een kwaliteitsvolle uitleg verschaft wanneer ze één of meerdere codebepalingen niet wenst toe te passen. Hiertoe geeft de Europese Commissie een aantal richtlijnen mee voor het opstellen van een kwaliteitsvolle uitleg. Daardoor treedt ze in de voetsporen van de Belgische Commissie Corporate Governance die eerder in 2012 “vuistregels voor een kwaliteitsvolle explain”2 lanceerde, een initiatief dat trouwens expliciet werd toegejuicht door de Europese Commissie.
Het is in dat verband dat GUBERNA (het Instituut voor Bestuurders) en het Verbond van Belgische Ondernemingen (VBO) regelmatig onderzoek uitvoeren naar de naleving van de Code en ondertussen reeds toe zijn aan hun vijfde studie in 2014. Uit dit monitoringrapport blijkt dat de Belgische beursgenoteerde ondernemingen het allesbehalve slecht doen, ook in Europees verband. Zij behalen een nalevingscore van 96%, hetzij door een onverkorte toepassing van de Code 2009 (92%), hetzij door uit te leggen waarom zij bepaalde bepalingen van de Code 2009 niet toepassen (4%). Twee positieve evoluties vallen hierbij op te tekenen (sinds het onderzoek in 2012), namelijk dat het nalevingspercentage blijft stijgen (+1%) en dat het percentage van de afwijkingen waarvoor geen uitleg wordt gegeven, blijft dalen. Dit is essentieel gezien de wettelijke verplichting tot uitleg bij niet-toepassing van de Code.
Maar de Commissie Corporate Governance streeft naar een nalevingspercentage van 100% tegen 2016. Om deze ambitie waar te maken is ze begin dit jaar gestart met een sensibiliseringsactie, waarbij individuele ondernemingen erop attent gemaakt worden welke verbeteringen zij nog kunnen aanbrengen in hun corporate governance (rapportering). Zo worden ondernemingen aangespoord om een uitleg te verschaffen voor elke codebepaling waarvan zij afwijken en om deze uitleg ook voldoende te onderbouwen.
Persbericht