Belgische wetgeving
Hieronder wordt een overzicht gegeven van de Belgische wetgeving die betrekking heeft op corporate governance.
Wet houdende bepalingen inzake digitalisering van justitie en diverse bepalingen Ibis
Deze wet bevat enkele relevante bepalingen inzake corporate governance:
- De goedkeuring van de algemene vergadering voor de overdracht van meer dan 75% van de activa van een genoteerde vennootschap.
- De vereiste dat genoteerde vennootschappen minstens drie onafhankelijke bestuurders moeten tellen.
- De criteria voor onafhankelijkheid in de corporate governance code worden voortaan beschouwd als een noodzakelijke, maar niet voldoende voorwaarde; mogelijke twijfels over de onafhankelijkheid moeten worden gemotiveerd.
- Het bestuursverbod voor veroordeelde bestuurders en managers van genoteerde vennootschappen, onder meer voor leden van de raad van bestuur, de directieraad, de raad van toezicht, het dagelijks bestuur en “andere personen belast met de leiding”.
Link naar de wettekstWet houdende diverse tijdelijke en structurele bepalingen inzake justitie in het kader van de strijd tegen de verspreiding van het coronavirus COVID-19
De wet van 20 december 2020 heeft twee belangrijke wijzigingen in het Wetboek van vennootschappen en verenigingen aangebracht betreffende de mogelijkheid om een algemene vergadering op afstand te organiseren.
Ten eerste kan het bestuursorgaan voortaan zonder statutaire bepaling voorzien dat de aandeelhouders vanop afstand kunnen deelnemen aan de algemene vergadering. Daartoe dient het een elektronisch communicatiemiddel ter beschikking te stellen van de aandeelhouders waarmee ze vanop afstand aan de beraadslagingen kunnen deelnemen en vragen kunnen stellen.
Ten tweede kunnen alle beslissingen die onder de bevoegdheid van de algemene vergadering vallen voortaan schriftelijk bij eenparigheid van stemmen genomen worden, met uitzondering van een wijziging in de statuten.
Wet van 20 december 2020Wet tot omzetting van Richtlijn (EU) 2017/828 van het Europees Parlement en de Raad van 17 mei 2017 tot wijziging van Richtlijn 2007/36/EG wat het bevorderen van de langetermijnbetrokkenheid van aandeelhouders betreft, en houdende diverse bepalingen inzake vennootschappen en verenigingen
Deze wet heeft de omzetting tot doel van Richtlijn (EU) 2017/828 van het Europees Parlement en de Raad van 17 mei 2017 tot wijziging van Richtlijn 2007/36/EG wat het bevorderen van de langetermijnbetrokkenheid van aandeelhouders betreft (hierna “Richtlijn 2017/828”). Enkele verbeteringen aan het Wetboek van vennootschappen en verenigingen en aanverwante wetten werden eveneens aangebracht.
Wet van 28 april 2020 wat het bevorderen van de langetermijnbetrokkenheid van aandeelhouders betreftKoninklijk besluit nr. 4 houdende diverse bepalingen inzake mede-eigendom en het vennootschaps- en verenigingsrecht in het kader van de strijd tegen de Covid-19 pandemie
Bedrijven en verenigingen krijgen de kans hun algemene vergadering tot tien weken uit te stellen of volledig digitaal te laten plaatsvinden, ook als hun statuten dat niet toelaten.
KB nr. 4 van 9 april 2020 houdende diverse bepalingen inzake mede-eigendom en het vennootschaps- en verenigingsrechtWet tot invoering van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen en houdende diverse bepalingen
Wet tot voorkoming van het witwassen van geld en de financiering van terrorisme en tot beperking van het gebruik van contanten
De nieuwe antiwitwaswet heeft hoofdzakelijk tot doel het gebruik van het financiële stelsel voor het witwassen van geld, de financiering van terrorisme en de financiering van de proliferatie van massavernietigingswapens te voorkomen (WG/FTP).
Ze brengt onder meer verbeteringen aan, aan de controle op de onderworpen entiteiten en aan de nationale en internationale samenwerking tussen de bevoegde autoriteiten.
Eén van de belangrijkste vernieuwingen is de oprichting van een nationaal register van uiteindelijk begunstigden van vennootschappen en andere juridische entiteiten (het UBO-register). De vennootschappen en andere juridische entiteiten worden verplicht om informatie over hun uiteindelijk gerechtigden te verkrijgen en te bewaren.
Wet van 18 september 2017 tot voorkoming van het witwassen van geld en de financiering van terrorisme Koninklijk besluit van 30 juli 2018 betreffende de werkingsmodaliteiten van het UBO-registerWet betreffende de bekendmaking van niet-financiële informatie en informatie inzake diversiteit door bepaalde grote vennootschappen en groepen
Grote organisaties van openbaar belang met een jaargemiddelde van meer dan 500 werknemers zullen in hun jaarverslag een verklaring van niet-financiële informatie moeten opnemen.
De verklaring van niet-financiële informatie bevat een omschrijving van het beleid van de vennootschap alsmede van de resultaten en de voornaamste risico’s van dit beleid dat minstens betrekking heeft op milieu-aangelegenheden, personeelsaangelegenheden, sociale aangelegenheden, mensenrechten en de strijd tegen corruptie en omkoping.
Deze verplichting geldt eveneens voor moedervennootschappen die een organisatie van openbaar belang zijn van grote groepen van meer dan 500 werknemers.
Beursgenoteerde vennootschappen zullen een beschrijving van hun diversiteitsbeleid in de verklaring corporate governance moeten opnemen.
Wet van 3 september 2017 betreffende de bekendmaking van niet-financiële informatie en informatie inzake diversiteitWet tot wijziging van de wet van 2 augustus 2002 betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten, met het oog op de tenuitvoerlegging van Verordening (EU) nr. 596/2014
Een nieuwe wet van 31 juli 2017 actualiseert de Belgische wetgeving over marktmisbruik om ze in overeenstemming te brengen met recente Europese regelgeving. Daartoe wijzigt ze de wet van 2 augustus 2002 ‘betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten’.
De nieuwe wet van 31 juli 2017 zorgt hoofdzakelijk voor:
- de gedeeltelijke tenuitvoerlegging in Belgisch recht van de Verordening marktmisbruik (verordening (EU) nr. 596/2014 van 16 april 2014),
- de gedeeltelijke omzetting in Belgisch recht van de Richtlijn melding inbreuken (uitvoeringsrichtlijn (EU) 2015/2392 van 17 december 2015 bij verordening (EU) nr. 596/2014),
- de omzetting in Belgisch recht van de Richtlijn strafrechtelijke sancties (richtlijn 2014/57/EU van 16 april 2014), en
- de gedeeltelijke omzetting in Belgisch recht van de MiFID II-richtlijn (richtlijn 2014/65/EU van 15 mei 2014).
De Verordening machtsmisbruik werd trouwens al in belangrijke mate ten uitvoer gelegd door de wet van 27 juni 2016 (die ook de wet van 2 augustus 2002 wijzigde).
Wet van 31 juli 2017 tot wijziging van de wet van 2 augustus 2002Wet tot organisatie van het beroep van en het publiek toezicht op de bedrijfsrevisoren
Deze wet beoogt de verdere implementatie van de audithervorming die bestaat uit (i) de Europese Auditverordening 537/2014/EU en (ii) de Europese richtlijn 2014/56/EU tot wijziging van de Auditrichtlijn 2006/43/EG.
De hoofdthema’s van de audithervorming zijn de volgende: externe auditkantoorrotatie en het verbod op en de beperking op niet-controlediensten, nieuw publiek toezicht op de bedrijfsrevisoren, uitgebreidere rapportering van de commissaris en versterking van het auditcomité.
Wet van 7 december 2016 tot organisatie van het beroep van en het publiek toezicht op de bedrijfsrevisorenWet houdende diverse bepalingen inzake Economie
Deze wet bevat verscheidene bepalingen omtrent het beroep van bedrijfsrevisoren.
- Externe rotatie: De wet behoudt de duur van het commissarismandaat op 3 jaar zowel in de organisaties van openbaar belang (OOB's) als in de andere organisaties. Ze voorziet dat de commissaris van een OOB slechts 3 opeenvolgende mandaten mag uitvoeren binnen dezelfde organisatie. Een eventuele uitbreiding na een 3de mandaat is evenwel mogelijk:
- mits het naleven van een openbare aanbestedingsprocedure in de zin van artikel 17, §4, a) van de Europese verordening nr. 537/214. In deze hypothese is het mogelijk de mandaten te hernieuwen om een totale maximumduur van 18 jaar toe te laten;
- in het geval van de aanstelling van een college van commissarissen. In deze hypothese is het mogelijk de mandaten te hernieuwen om een totale maximumduur van 24 jaar toe te laten.
- Bevoegdheden van de tuchtinstanties: Artikel 89, §1 van de wet van 29 juni 2016 voorziet dat met ingang van 17 juni 2016 de Sanctiecommissie van de FSMA de bevoegdheid verwerft om tuchtmaatregelen te treffen ten aanzien van de bedrijfsrevisoren die belast zijn met de wettelijke controle van de jaarrekeningen van één of meer organisaties van openbaar belang (OOB). Deze wet delegeert echter bij wijze van overgangsmaatregel deze nieuwe bevoegdheid aan de bestaande Tuchtcommissie van het IBR tot de datum van inwerkingtreding van de toekomstige wet die Richtlijn 2014/56/EU (tot wijziging van Richtlijn 2006/43/EG) omzet in Belgisch recht.
Wet tot wijziging van de wet van 21 maart 1991 betreffende de hervorming van sommige economische overheidsbedrijven
Deze wet beoogt de modernisering van de wet van 21 maart 1991 betreffende de hervorming van sommige economische overheidsbedrijven, inzonderheid door:
- bepaalde organisatorische contraintes te versoepelen ten aanzien van autonome overheidsbedrijven die hoofdzakelijk werkzaam zijn in sectoren die openstaan voor mededinging, teneinde deze bedrijven op gelijke voet met hun concurrenten te plaatsen (“gelijk speelveld”);
- de wijze van benoeming en de werking van de bestuursorganen van beursgenoteerde autonome overheidsbedrijven af te stemmen op de gewone regels van corporate governance die gelden voor genoteerde vennootschappen;
- het kader te definiëren waarbinnen de overheidsparticipatie in beursgenoteerde autonome overheidsbedrijven eventueel kan worden teruggebracht tot minder dan 50 % plus één aandeel.
Wet betreffende de aandelengerelateerde verloning van niet-uitvoerende bestuurders
De wet tot wijziging van het Wetboek van vennootschappen inzake aandelengerelateerde verloning van niet-uitvoerende bestuurders van beursgenoteerde ondernemingen werd gepubliceerd.
Deze wet zorgt voor de uitbreiding van art.554, zevende lid W.Venn. tot de niet-uitvoerende bestuurders (in plaats van de onafhankelijke bestuurders).
Wet teneinde te garanderen dat vrouwen zitting hebben in de raad van bestuur
De wet op de bestuursquota is een feit. Ten minste één derde van de leden van de raad van bestuur moet van het ander geslacht zijn dan de overige leden. Voor de toepassing van deze bepaling wordt het vereiste mimimumaantal van die leden van een ander geslacht afgerond naar het dichtstbijzijnde gehele getal.
De wet voorziet ook sancties voor de overige leden van de raad van bestuur respectievelijk de eerstvolgende benoemde bestuurder, wanneer niet is voldaan aan het nieuw wettelijk bepaalde quotum.
De wet voorziet tevens dat in het jaarverslag een overzicht moet worden opgenomen van de ondernomen inspanningen om er voor te zorgen dat ten minste een derde van de leden van de raad van bestuur van het ander geslacht is dan dat van de overige leden.
Schematische voorstelling van de wet Wet van 28 juli 2011 teneinde te garanderen dat vrouwen zitting hebben in de raad van bestuurWet betreffende de uitoefening van bepaalde rechten van aandeelhouders
De wet van 20 december 2010 betreffende de uitoefening van bepaalde rechten van aandeelhouders van genoteerde vennootschappen werd op 18 april 2011 gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad.
Het betreft de omzetting van de Europese Richtlijn 2007/36/EG waardoor het voor aandeelhouders gemakkelijker wordt om hun rechten effectief uit te oefenen.
De aandeelhouders krijgen onder meer de mogelijkheid om:
- Te stemmen en deel te nemen aan de algemene vergadering op elektronische wijze;
- Documenten van de algemene vergadering en volmachtformulieren te raadplegen op de website van de onderneming;
- Nieuwe punten op de agenda te plaatsen en voorstellen tot besluit door te sturen indien ze 3% van het vennootschapskapitaal vertegenwoordigen.
Wet tot versterking van het deugdelijk bestuur
Op 23 april 2010 werd de wet tot versterking van het deugdelijk bestuur bij de genoteerde vennootschappen en de autonome overheidsbedrijven en tot wijziging van de regeling inzake het beroepsverbod in de bank- en financiële sector, gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad.
Elke beursgenoteerde vennootschap is voortaan verplicht in haar jaarverslag een specifiek hoofdstuk op te nemen waarin zij verslag uitbrengt over de toepassing van de aanbevelingen inzake deugdelijk bestuur.
Beursgenoteerde vennootschappen zijn ook verplicht een remuneratiecomité op te richten. Het remuneratiecomité is uitsluitend samengesteld uit niet-uitvoerende bestuurders, waarvan de meerderheid onafhankelijke bestuurders zijn. De raad van bestuur moet erop toezien dat het remuneratiecomité beschikt over de nodige deskundigheid op het gebied van remuneratiebeleid.
De Belgische Corporate Governance Code wordt tevens voortaan als referentiecode opgelegd. Genoteerde ondernemingen worden verplicht deze referentiecode als code in de zin van artikel 96, § 2, 1°, van het Wetboek van Vennootschappen aan te duiden.
Koninklijk besluit van 6 juni 2010 houdende de aanduiding van de na te leven Code inzake deugdelijk bestuur Wet van 6 april 2010 tot versterking van het deugdelijk bestuurWet tot oprichting van een auditcomité
Sinds 8 januari 2009 zijn beursgenoteerde ondernemingen verplicht een auditcomité op te richten binnen hun wettelijk bestuursorgaan. Deze wet voorziet in de omzetting van de Europese Richtlijn 2006/43/EG.
Het auditcomité moet samengesteld zijn uit niet-uitvoerende bestuurders, waarvan minstens één onafhankelijke bestuurder. Dit onafhankelijk lid van het auditcomité moet beschikken over de nodige deskundigheid op het gebied van boekhouding en audit en moet voldoen aan de criteria van onafhankelijkheid die de wetgever stelt.
De criteria van onafhankelijkheid zullen ook van toepassing zijn op de onafhankelijke bestuurders zetelend in het comité bij intra-groeptransacties.
Wet van 17 december 2008 tot oprichting van een auditcomitéWet op de openbaarmaking van belangrijke deelnemingen
De wet op de openbaarmaking van belangrijke deelnemingen wijzigt onder meer de openbaarmakingsverplichtingen van periodieke en doorlopende informatie en de onderzoeksbevoegdheden van de CBFA.
Belangrijk vooral is de invoering van een nieuwe regeling van de transparantieverplichtingen bij de wijziging van belangrijke deelnemingen in beursgenoteerde vennootschappen.
Wet van 2 mei 2007 op de openbaarmaking van belangrijke deelnemingen in emittentenWet betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten
(Officieuze coördinatie: 12/2016)
Met ingang van 3 juli 2016 is de Verordening marktmisbruik in zijn geheel van kracht. De nieuwe regels inzake marktmisbruik zijn in het bijzonder van belang voor beursgenoteerde ondernemingen (uitgevende instellingen) en bij de uitgevende instellingen betrokken personen (zoals bestuurders en commissarissen), en andere partijen die betrokken zijn bij transacties in beursgenoteerde instrumenten, zoals aandelen en obligaties. Om eerlijke en transparante handel in beursgenoteerde instrumenten te waarborgen, moeten uitgevende instellingen voorwetenschap onverwijld openbaar maken, zodat alle beleggers kunnen handelen op basis van dezelfde, voor een ieder toegankelijke, informatie en geldt er een verbod om te handelen voor iedere partij die beschikt over een informatievoorsprong.
Meer informatie op de website van de FSMA: http://www.fsma.be/nl/Supervision/fm/ma/mm.aspx
Wet van 2 augustus 2002 betreffende het toezicht op financiële sector en de financiële dienstenWet houdende wijziging van het Wetboek van vennootschappen
De wet van 2 augustus 2002 voorziet wettelijk in de creatie van een directiecomité. Op basis van die wet kunnen de statuten van een naamloze vennootschap de raad van bestuur toestaan om zijn bevoegdheden aan een directiecomité te delegeren. Deze delegatie kan evenwel geen betrekking hebben op:
- het algemene beleid van de onderneming;
- de controle op het directiecomité;
- de bevoegdheden die door de wet speciaal worden toegekend aan de raad van bestuur.